Huizen van vrede?

In deze en volgende nieuwsbrieven wil ik vanuit de Bijbel onze focus op huizen uiteenzetten. In Bijbelse verhalen spelen beschrijvingen van huizen een behoorlijk grote rol, maar er is slechts één gedeelte met een duidelijke opdracht (zie: Mattheüs 10,1-15; Markus 6,7-13; Lukas 9,1-6 en 10,1-20). Daarin gaat het over je huis openstellen, maar waarschijnlijk anders dan je denkt.

Als FeelWelcome willen we bevorderen dat je als christen je huis openstelt voor zoekers en medegelovigen. Niet in plaats van kerkzijn zoals we dat kennen, maar als aanvulling daarop. We geloven wel dat we daarbij moeten omdenken van ‘een gemeente met kringen’ naar ‘een gemeente in kringvorm met gezamenlijke diensten’. We geloven meer in kleinschaligheid. Het waarom daarvan komt in deze bijdragen aan de orde.

Personen van vrede
Laten we eens goed kijken waar het in deze gedeelten om gaat. Jezus stuurt zijn leerlingen eropuit en instrueert ze daarvoor. Hij zendt ze in tweetallen. Christen, leerling, getuige, dat ben je samen.

Jezus stuurt zijn twaalf leerlingen in Galilea bewust naar Israëlieten (Hij spreekt de wens uit dat zij zich richten op de “verloren schapen” van Israël (Matt. 10:5)) en niet naar Samaritanen of andere niet-Joden. Hij denkt blijkbaar aan hen die wat buiten de geloofsgemeenschap zijn terechtgekomen, door eigen keuze of omdat de farizeeën hen zo behandelden.

Jezus stuurt vervolgens 72 anderen vooruit nadat Hij op weg gaat naar Jeruzalem (Lukas 9,51). Die komen dus waarschijnlijk wel bij Samaritanen terecht (9,52-56) of bij niet-Joden aan de overkant van de Jordaan. Je mag je richten op mensen die op een of andere manier nog kerkelijk zijn, maar evengoed op mensen die een andere godsdienst of levensbeschouwing hebben.

Van ‘huizen van vrede’ is eigenlijk geen sprake, alleen van ‘personen van vrede’. Dat zijn mensen die hun huis openstellen voor de leerlingen en hun hart voor het evangelie. Hun huizen kun je ‘huizen van vrede’ noemen. Blijkbaar deed niet iedereen dit. Vandaar de aanwijzingen om anders te vertrekken en het stof van je voeten af te schudden. Je moet niet blijven aandringen bij mensen die niet willen. Zoek dan liever anderen op.

Bij personen van vrede moet je eten wat de pot schaft. Dat betekent nota ben, in ieder geval voor de 72 leerlingen, ook eten wat voor hen als Joden niet-koosjer was. Verder moet je, zolang je in die plaats verblijft, niet elders onderdak zoeken. Misschien is een ander huis groter en verwacht je daar een royaler onthaal, maar daarmee zou je je gastgezin schofferen.

Huizen van niet-gelovigen
Anders dan je waarschijnlijk gedacht had, gaan deze instructies niet over het openstellen van je eigen huis als leerling van Jezus, maar over (nog-)niet-gelovigen die hun huis voor jou openstellen. Eigenlijk onderbouwt dit gedeelte onze praktijk als FeelWelcome dus niet… Wat kun je er dan van meenemen?

  • Denk nog eens even mee. Blijkbaar wil Jezus dat we een stap verder gaan. Niet zelf je eigen huis openstellen, maar in alle kwetsbaarheid en afhankelijkheid (let erop dat Jezus aangeeft dat ze maar weinig mogen meenemen!), buiten jouw controle om, te gast zijn bij mensen die (nog) geen christen zijn, al geven ze blijk van openheid voor het evangelie.
  • Deze beweging past wel bij de missionaire gerichtheid in het nieuwe verbond. Die is niet meer middelpuntzoekend: iedereen moest onder het oude verbond naar de tempel in Jeruzalem om de Heer te ontmoeten. Maar de richting is middelpuntvliedend geworden (zoals een centrifuge): vanuit Jeruzalem gaan leerlingen (apostelen) eropuit tot aan de uiteinden van de aarde (Handelingen 1,8) om zo alle volken tot Jezus’ leerlingen te maken (Mattheüs 28,19).

    Toegepast op ons kerkzijn nu: het gaat niet om ‘kom bij ons!’ maar om ‘ga naar hen!’. Dát is wat we beogen met FeelWelcome. We gaan ervanuit dat de drempel van jouw huis lager is dan die van het kerkgebouw. Bovendien staan onze huizen meer dan kerkgebouwen middenin het dagelijks leven. In zoverre maken we met onze Houses of Love toch iets van dit Bijbelgedeelte waar!

Artikel door: Frans van Velzen